Inspecteur aan het woord

Robin Langevoort houdt zich sinds 2013 bezig als Inspecteur Blootstelling gevaarlijke stoffen bij de Nederlandse Arbeidsinspectie. Wat is zijn indruk als het gaat om de naleving op blootstelling van Brzo-bedrijven die hij de afgelopen jaren inspecteerde? Welke ontwikkelingen ziet hij?

Inspecteur Robin Langevoort

'Wij zorgen dat werkgevers hun verantwoordelijkheid nemen.'

Bedrijven hebben gevaren onvoldoende in kaart. Zie jij verbetering?

'Vanuit het verleden was er vaak weinig aandacht voor het onderwerp blootstelling, hoewel het al jaren in de Arbowetgeving is opgenomen dat je aard, mate en duur van blootstelling aan gevaarlijke stoffen moet beoordelen.

Onze ervaring is dat de Brzo-bedrijven de risico's van de stoffen wel goed in kaart hebben voor de hoofdprocessen waarop hun productie draait. Maar de nevenprocessen, zoals de technische dienst, bleven bij deze bedrijven vaak onderbelicht. Bij de technische dienst gebruiken ze bijvoorbeeld ook spuitbussen met gevaarlijke stoffen en er kan sprake zijn van blootstelling aan lasrook. De bedrijven hebben vaak nog onvoldoende in beeld wat de gevaren van stoffen zijn. Wel zien we dat deze aandacht de laatste jaren verbetert.'

Zorgen bedrijven voor bronmaatregelen en technische maatregelen?

Bij kankerverwekkende stoffen wil je als werkgever een zo hoog mogelijke bescherming bieden. Je kunt het bij de bron aanpakken en kijken of je de gevaarlijke stof kunt vervangen door een minder schadelijke stof. Of je past het proces zo aan dat er weinig of helemaal geen schadelijke stoffen meer bij vrijkomen en je zorgt voor bronafzuiging. Pas in laatste instantie ga je over tot persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals adembescherming. Bedrijven doen dit vaak al in een eerder stadium, zonder de bron aan te pakken.'

Hoe werken deze bedrijven aan verbetering?

'Bedrijven hanteren het 4-stappenmodel om hun proces in kaart te brengen. Dat begint met inventariseren: het bedrijf onderzoekt welke stoffen in gebruikte producten of processen gevaarlijk zijn en welke stoffen daarin zitten. Vervolgens wordt het blootstellingsniveau voor alle gevaarlijke stoffen bepaald waaraan medewerkers kunnen worden blootgesteld. Daarna neemt het bedrijf maatregelen en legt alles vast in documentatie.

Als inspecteurs hoeven wij niet altijd dwingend te handelen. Veel bedrijven zien het belang van inspecties in, maar ze kunnen enorm schrikken van de uitkomsten. Het is ook een bewustwordingsproces. Voor ons blijft er werk aan de winkel, omdat de lijst met CMRS-stoffen (Carcinogeen, Mutagene, Reprotoxische en Sensibiliserende stoffen) ieder jaar uitbreidt. Er komen nieuwe stoffen bij die gevaarlijk kunnen zijn. Ook kunnen grenswaarden veranderen als er meer kennis is ontstaan over schadelijke effecten.'

Is jouw rol als inspecteur veranderd?

'Iedere inspecteur legt zijn eigen accenten, maar het controleren van CMRS-stoffen gebeurt bij elk bedrijf op dezelfde manier. Wel zijn we in de afgelopen jaren meer aandacht gaan besteden aan bronmaatregelen. We bekijken ook hoe de organisatie van bedrijfshulpverlening in de bedrijven is georganiseerd en of alle beschermingsmiddelen voorhanden zijn op de werkplek.'

Wat vind je belangrijk in je werk? En waar haal jij voldoening uit?

'Het effect dat ik zie van de maatregelen die door de inspecties zijn doorgevoerd. Als ik terugkom in het betreffende bedrijf en van de medewerkers te horen krijg dat het zoveel beter is dan voorheen, dan doet mij dat goed.

In deze bedrijven zijn de gevaren vaak niet zichtbaar met het blote oog, en vaak zijn de consequenties pas na vele jaren bekend. De mensen worden langzaam blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, ieder jaar een klein beetje. Zo is het een sluipmoordenaar. Dan is het belangrijk dat wij als inspectie tijdig ingrijpen. Dat is het mooie van ons werk: dat wij ervoor zorgen dat de werkgever zijn verantwoordelijkheid pakt om de gezondheid van zijn medewerkers te beschermen.'

Meer info op: zelfinspectie.nl