Onvoldoende aandacht voor risico's gevaarlijke stoffen

In de periode 2017-2023 inspecteerde de Nederlandse Arbeidsinspectie op blootstelling aan gevaarlijke stoffen bij alle Brzo-bedrijven. Uit deze inspecties blijkt dat 63 procent van de bezochte Brzo-vestigingen de risico's van het werken met CMRS-stoffen onvoldoende beheerst.

Per 1 januari 2024 worden deze bedrijven 'Seveso-inrichtingen' genoemd in plaats van 'Brzo-bedrijven'. Omdat we de resultaten presenteren uit de periode 2017-2023, spreken we in deze reeks over 'Brzo-bedrijven'

Door de jaren heen zijn 527 bedrijfsvestigingen geïnspecteerd op het risico voor blootstelling aan zogenoemde 'CMRS-stoffen': carcinogene (kankerverwekkende), mutagene, reproductietoxische en sensibiliserende stoffen. Als het Brzo-bedrijf uit meerdere vestigingen bestond, zijn er meer inspecties uitgevoerd.

Van deze inspecties zijn er zo'n 100 uitgevoerd bij bedrijven die momenteel geen Brzo-status hebben. Deze bedrijven werken wel met veel gevaarlijke stoffen en zouden mogelijk in de toekomst wel de Brzo-status krijgen of onder de huidige ARIE-regeling vallen.

Inspectieresultaten

Bevindingen 1e inspectiebezoek

Bij 63 procent van de bezochte bedrijfsvestigingen heeft de Arbeidsinspectie een handhavingstraject ingezet. Een groot deel van de bedrijfsvestigingen waar handhaving plaatsvond is daarna opnieuw geïnspecteerd. Tijdens deze herinspecties controleert de Arbeidsinspectie of de bedrijven inmiddels de regels naleven.

Bevindingen 2e inspectiebezoek

Na het 2e inspectiebezoek is bij 44 procent van de bezochte bedrijfsvestigingen nogmaals handhavend opgetreden. Bij een deel van de bedrijven die tijdens de 2e inspectie de regels nog niet naleefden, vonden daarna meerdere herinspecties plaats.

De Brzo-bedrijven zijn aan zet om de arbeidsomstandigheden te verbeteren en daarvoor de volgende maatregelen te nemen:

Wat moet beter?

Conclusie

Op basis van bevindingen uit eerdere inspecties bij Brzo-bedrijven had de Arbeidsinspectie zorgen over de beheersing van de risico's van blootstelling aan gevaarlijke stoffen bij Brzo-bedrijven. Uit de initiële inspecties bleek dat 63 procent van de bedrijven de risico's inderdaad niet goed in beeld hadden. Bij de werkgevers bleek er onvoldoende aandacht voor blootstelling aan gevaarlijke (CMRS-)stoffen.

Een deel van de bedrijven is na het 1e inspectiebezoek daadwerkelijk met de verbeterpunten aan de slag gegaan. Bij de herinspecties werden door de Arbeidsinspectie minder overtredingen geconstateerd. Het houden van toezicht heeft aantoonbaar effect.

De Arbeidsinspectie ziet echter dat de risico's van blootstelling aan gevaarlijke stoffen nog te vaak worden onderschat. Hieruit blijkt dat blijvende aandacht en inzet nodig is voor het vergroten van de verantwoordelijkheid van werkgevers om blootstelling aan gevaarlijke (CMRS-)stoffen terug te dringen. De Arbeidsinspectie zal daarom in 2025 in een nieuw interventieproject opvolging geven aan haar toezicht op blootstelling aan gevaarlijke stoffen bij Brzo-bedrijven.

4-Stappenplan

Uitgangspunt van de Arbeidsinspectie tijdens de inspecties naar blootstelling aan gevaarlijke stoffen bij de Brzo-bedrijven was het 4-stappenplan:

  1. Inventariseren
    Heeft de werkgever de gevaarlijke stoffen geïnventariseerd en geregistreerd?
  2. Beoordelen
    Heeft de werkgever de blootstelling van werknemers beoordeeld?
  3. Maatregelen
    Heeft de werkgever de blootstelling aan gevaarlijke stoffen zoveel als mogelijk voorkomen en/of beperkt door de juiste maatregelen?
  4. Borging
    Heeft de werkgever de borging geregeld?

Dit 4-stappenplan staat ook in de Zelfinspectietool Werken met gevaarlijke stoffen. Met deze tool kunnen werkgevers zelf controleren of zij zich aan de wet houden, door naar hun bedrijf te kijken zoals een inspecteur van de Arbeidsinspectie dat zou doen.