Het programma Trends en ontwikkelingen reageert op nieuwe, opkomende en mogelijk onderbelichte risico’s op het domein van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Trends en ontwikkelingen in de maatschappij kunnen aanwijzingen geven voor mogelijke risico’s op het terrein van veilig, gezond en eerlijk werk en bestaanszekerheid.
Te denken valt aan geheel nieuwe risico’s die samenhangen met bijvoorbeeld nieuwe technologieën, internationale ontwikkelingen, nieuwe kwetsbare groepen, maar ook aan opkomende risico’s: risico’s die al wel bekend zijn, maar in de nabije toekomst groter worden of veranderen. Door groei van bepaalde sectoren of bijvoorbeeld veranderingen in het milieu.
Snelle ontwikkelingen
Daarnaast kunnen zich in de maatschappij onverwacht snelle ontwikkelingen voordoen die aandacht vragen van de Inspectie. De Inspectie wil dergelijke ontwikkelingen snel in kaart brengen en waar nodig oppakken. Dit was in 2022 aanleiding om een apart, wendbaar programma in te richten.
Dit programma geeft invulling aan het signalerend toezicht, waarbij we anticiperen en vooruitlopen op nieuwe ontwikkelingen in de samenleving en vroegtijdig aan de bel trekken om potentiële nieuwe risico’s aan te pakken.
Doelen, aanpak en samenwerking
Doel van het programma is in een vroegtijdig stadium nieuwe en opkomende risico’s te signaleren en te duiden. En om bij te dragen aan preventie, door gesignaleerde risico’s te agenderen bij die organisaties die de meeste invloed kunnen uitoefenen op de risicobeheersing.
Waar nuttig of nodig zal het programma snelle interventies inzetten om opkomende risico’s zoveel mogelijk vroegtijdig aan te pakken.
Het programma doet onderzoeken of verkenningen naar onderwerpen waarvan het vermoeden bestaat dat het een risico is of wordt.
De resultaten kunnen aanleiding zijn om proactief met een branche in gesprek te gaan of om strenger te gaan handhaven. Ook kunnen ze input zijn voor 1 van de andere programma’s om de koers bij te sturen of voor een signalement aan beleidsontwikkelaars.
De werkwijze van het programma kenmerkt zich door:
focus op nog niet geprogrammeerde risico’s;
preventie van maatschappelijke schade door nieuwe risico’s te signaleren;
responsief: verkennende en onderzoekende inspecties op de werkvloer;
samenwerken en benutten van netwerken.
De opgave van het programma maakt samenwerking onmisbaar. Dat kan gaan om samenwerking met de verschillende onderdelen van de inspectie-organisatie zoals de andere programma’s, de opsporingsdienst, het Meldingen Informatiecentrum en het signaleringsteam van de Arbeidsinspectie.
Maar ook samenwerking met andere inspectiediensten en relevante kennisinstituten, zowel nationaal als internationaal. Zo ontstaat een netwerk van interne en externe partijen, die input kunnen geven bij het op de radar krijgen van nieuwe risico’s en kunnen helpen bij het voorkomen dat risico’s meer schade aanrichten.