Wat is de eis voor een sanering in een lagere risicoklasse dan SMA-rt aangeeft?
Een sanering mag alleen in een lagere risicoklasse worden uitgevoerd dan de risicoklasse die de Stoffen Manager Asbest Risico Techniek (SMA-rt) aangeeft als goed is onderbouwd dat de blootstelling aan asbestvezels tijdens de sanering onder de grenswaarde blijft. Dit moet worden aangetoond door geschikte en betrouwbare blootstellingsonderzoeken, zogenaamde validatieonderzoeken (metingen). Alleen dan kan volgens de voorwaarden van Risicoklasse 1 worden gewerkt in plaats van volgens de voorwaarden voor het werken in Risicoklasse 2 of 2A.
Landelijke validatie of projectvalidatie
Wilt u afwijken van SMA-rt tijdens een asbestsanering? Er zijn dan 2 mogelijkheden om te onderbouwen dat je tijdens een asbestsanering onder de grenswaarde blijft: via een landelijke validatie of via een projectvalidatie. Een projectvalidatie is slechts op 1 situatie/saneringsproject van toepassing.
Het blootstellingsonderzoek moet voldoen aan de NEN-norm NEN2939. Een andere methode gebruiken voor een blootstellingsonderzoek? Dan moet die methode in elk geval gelijkwaardig zijn. Wil een landelijke validatie in SMA-rt opgenomen kunnen worden, dan geldt ook nog dat die onafhankelijk moet worden getoetst door het Validatie- en Innovatiepunt Asbest (VIP Asbest).
VIP Asbest
Het Validatie- en Innovatiepunt Asbest (VIP Asbest) adviseert als onafhankelijke en deskundige instantie het ministerie van SZW of een nieuwe werkwijze voor asbestsanering als landelijk gevalideerd beschouwd kan worden. Ook beoordeelt het VIP bestaande werkwijzen die nog niet gevalideerd zijn voor landelijk gebruik. De werkwijze wordt daarna in SMA-rt opgenomen, zodat deze door bedrijven in heel Nederland gebruikt mag worden. Een VIP-beoordeling maakt voor een ieder helder dat de werkwijze is toegelaten. Ga voor meer informatie naar Vipasbest.nl.
Gegevens moeten op locatie aanwezig zijn
Als er met standaardprotocollen wordt gewerkt, of als er volgens een landelijk gevalideerde methode wordt gewerkt, die niet is beoordeeld door het VIP, óf als er met een projectvalidatie wordt gewerkt dan moeten de specifieke, onderbouwende onderzoeksresultaten voor deze gevalideerde werkzaamheden op de locatie van de sanering aanwezig zijn. Dan kan de inspecteur namelijk controleren of er terecht in een lagere risicoklasse wordt gewerkt.