Financiële zelfredzaamheid van statushouders
Statushouders vormen een kwetsbare groep als gevolg van specifieke, complexe problematiek zoals gebrekkige taalbeheersing, cultuurverschillen, problemen rondom verblijf en gezinshereniging en psychische en fysieke problemen. Statushouders kunnen met dezelfde problemen geconfronteerd worden als andere kwetsbare burgers, maar zijn door hun specifieke omstandigheden extra kwetsbaar. De Inspectie heeft onderzocht in hoeverre statushouders financieel zelfredzaam zijn en in hoeverre zij ondersteuning krijgen om financieel zelfredzaam te worden.
Download 'Financiële zelfredzaamheid van statushouders: een proces van begeleid loslaten'
Download 'Financieel ontzorgen van statushouders op weg naar zelfredzaamheid: een precaire balans'
Download 'Rode draden notitie: De weg naar financiële zelfredzaamheid statushouders'
De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in het rapport ‘Financiële zelfredzaamheid van statushouders; een proces van begeleid loslaten’. Gelijktijdig heeft de Inspectie op verzoek van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop gemeenten statushouders vanaf aankomst in de gemeente financieel ontzorgen en welke effecten dat heeft op de inburgering en het voorkomen van financiële problemen. De resultaten daarvan zijn neergelegd in het rapport ‘Financieel ontzorgen van statushouders op weg naar zelfredzaamheid: een precaire balans’.
Aangezien beide rapporten gaan over financiële zelfredzaamheid van statushouders en het voorkomen van financiële problemen, heeft de Inspectie een overkoepelende rode draden notitie uitgebracht waarin de resultaten van beide onderzoeken beknopt en in onderlinge samenhang weergegeven worden. De overkoepelende boodschap die daarin beschreven staat is dat vooral in het begin, na aankomst in de gemeente, intensieve begeleiding nodig is om statushouders op weg te helpen. Een beperkte periode van ontzorgen kan daarbij een positieve rol spelen, mits deze gepaard gaat met goede begeleiding naar financiële zelfredzaamheid. Er moet dan wel ruimte zijn om die (intensieve) begeleiding ook te geven. Daarna kan waar mogelijk de begeleiding geleidelijk worden losgelaten. Daarbij is maatwerk noodzakelijk. Door de begeleiding af te bouwen op een voor de statushouder passende manier, wordt voorkomen dat statushouders in een later stadium in de financiële problemen komen en dat extra dienstverlening vanuit de gemeente noodzakelijk is.