Asbestinventarisatie
Een asbestinventarisatie is verplicht wanneer u bedrijfsmatig werkzaamheden (laat) uitvoeren, waarbij sprake is van verbouw of sloop, aan een gebouw of object dat gebouwd/gefabriceerd is vóór 1 januari 1994. Dit geldt voor werkzaamheden variërend van totaalsloop tot bijvoorbeeld de vervanging van een wandtegel of ruit of het maken van een doorboring. Deze verplichting ligt in eerste instantie bij de opdrachtgever maar – wegens verantwoordelijkheid voor de betrokken werknemers – ook bij de werkgever.
Uitzonderingen
In een beperkt aantal gevallen geldt de inventarisatieplicht niet. Bekijk de uitzonderingen inventarisatieplicht in het Arbeidsomstandighedenbesluit
Onderzoek
Een asbestinventarisatieonderzoek moet uitgevoerd worden door een gecertificeerd asbestinventarisatiebedrijf. Check of een bedrijf gecertificeerd is op ascert.nl.
Geef aan het asbestinventarisatiebedrijf duidelijk aan welke werkzaamheden u wilt laten uitvoeren. Zodra u de opdracht heeft gegeven tot een asbestinventarisatie, meldt het bedrijf dit via het LAVS (Landelijk Asbest Volgsysteem). Een DIA (Deskundig Inventariseerder Asbest) van het bedrijf neemt monsters van de asbestverdachte toepassingen en laat deze onderzoeken in een daarvoor geaccrediteerd laboratorium. De resultaten worden opgenomen in een asbestinventarisatierapport. Het bedrijf voegt het rapport vervolgens toe aan het LAVS.
Grenswaarde en risicoklassen
Het asbestinventarisatiebedrijf bepaalt ook in welke risicoklasse de verwijdering van het aangetroffen asbest valt. Dat hangt ervan af of het gehalte aan asbestvezels onder of boven de wettelijk vastgestelde grenswaarde van 2.000 v/m3 uitkomt.
Bij het vaststellen van de risicoklasse maakt het asbestinventarisatiebedrijf gebruik van de SMA-rt-tool. SMA-rt staat voor Stoffen Manager Asbest Risico Techniek. De SMA-rt uitdraai met de vermelding van de risicoklasse moet aanwezig zijn in het asbestinventarisatierapport. Bekijk meer informatie over asbestverwijdering.
Validatie
Door een specifieke werkmethode is het mogelijk om de emissie van asbestvezels tot onder de wettelijk vastgestelde grenswaarde te brengen. Zo kan een verwijdering die op basis van SMA-rt in risicoklasse 2 was ingedeeld in risicoklasse 1 uitgevoerd worden. Dat moet dan wel worden aangetoond via een validatieonderzoek (validatiemetingen).
Een validatieonderzoek kan worden uitgevoerd voor één specifiek project. Het onderzoek moet dan plaatsvinden op basis van de SCi 548 en de hieruit voortkomende onderzoeksrapportage moet onderdeel uitmaken van het asbestinventarisatierapport.
In plaats daarvan kan er ook een landelijk validatieonderzoek plaatsvinden. De uitkomsten worden dan voorgelegd aan het Validatie en Innovatiepunt Asbest (VIP). Na goedkeuring door het VIP kan de specifieke werkmethode voor de desbetreffende asbesthoudende toepassing opgenomen worden in SMA-rt.