Het verwijderen van asbest is aan strikte regelgeving gebonden. Deze is verankerd in verschillende wetten en besluiten. Bij verwijdering van asbest uit gebouwen, uit objecten en vanaf het maaiveld moet eerst inventarisatie plaatsvinden van de aanwezigheid van het asbest. Als blijkt dat er asbest aanwezig is, wordt per asbesthoudende toepassing vastgesteld in welke risicoklasse de verwijdering van het asbest valt. Er zijn 3 risicoklassen. Bij verwijdering van asbest uit de bodem gelden aparte voorwaarden.
Het is verplicht om werkzaamheden met asbest minimaal 2 dagen voor aanvang te melden bij de Nederlandse Arbeidsinspectie.
Verbouwen of onderhoud? Ga naar checklistasbest.nl
Gaat u een bestaand gebouw verbouwen of slopen? Controleer altijd of u met asbest in aanraking kunt komen. Bedrijven die werkzaamheden in gebouwen gaan uitvoeren en die niet gecertificeerd zijn om asbest te verwijderen kunnen een check doen op checklistasbest.nl.
Risicoklasse 1
Als de verwijdering van het asbesthoudende materiaal is ingedeeld in risicoklasse 1, dan wordt de blootstellingsnorm (grenswaarde) niet overschreden. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een losliggende asbesthoudende cementplaat of een asbesthoudend koord in een kachel die in zijn geheel wordt verwijderd. Het risico hierbij is beperkt. Daarom hoeft het asbest niet te worden verwijderd door een gecertificeerd bedrijf. Ook niet-gecertificeerde bedrijven mogen dat doen. In sommige gevallen mogen ook particulieren asbest verwijderen. Hieraan zijn specifieke voorwaarden verbonden.
Het is noodzakelijk om een aantal preventieve maatregelen te nemen zodat de concentratie van asbestvezels in de lucht zo laag mogelijk blijft. Zo mag bijvoorbeeld bij de werkmethode geen asbeststof worden geproduceerd en mag er geen asbeststof in de lucht vrijkomen. Daarnaast moet een asbesthoudende toepassing zo veel mogelijk door demontage, en zonder breuk, verwijderd worden. Andere benodigde maatregelen zijn bijvoorbeeld puntafzuiging, het nat maken of inschuimen van de toepassing of het gebruik van een glovebag of glovebox. Ook moet het asbest worden opgeborgen en vervoerd in een gesloten verpakking.
Mocht tijdens de werkzaamheden blijken dat de grenswaarde toch wordt overschreden, dan moeten er direct maatregelen worden genomen.
Het is essentieel om werknemers die arbeid verrichten waarbij gevaar voor blootstelling aan asbeststof bestaat, goed op te leiden zodat zij deze werkzaamheden veilig kunnen uitvoeren. Daarnaast moeten zij van hun werkgever voorlichting krijgen over de gevaren van asbest en de noodzaak van toezicht op het asbestgehalte in de lucht.
Het is verplicht om werkzaamheden met asbest minimaal 2 dagen voor aanvang te melden bij de Nederlandse Arbeidsinspectie. Naar aanleiding hiervan kunnen toezichthouders op inspectiebezoek om te controleren of de werkzaamheden op een juiste wijze worden uitgevoerd. De Nederlandse Arbeidsinspectie en andere toezichthouders treden hard op tegen onveilig verwijderen van asbest. Werkzaamheden in risicoklasse 1 moeten via een webformulier op de website van de Nederlandse Arbeidsinspectie worden gemeld.
Nadat het asbest in risicoklasse 1 is verwijderd, is het noodzakelijk om ter plaatse een visuele inspectie uit te voeren. Dit om vast te stellen dat er geen asbest meer aanwezig is. De norm NEN2990 geeft een aantal aanwijzingen voor een goede uitvoering van de visuele inspectie.
Risicoklasse 2/2a
Als uit de asbestinventarisatie blijkt dat verwijdering van asbesthoudende materialen alleen veilig mogelijk is in risicoklasse 2 of 2a, dan betekent dit dat de grenswaarde wordt overschreden. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een dak met golfplaten, leidingisolatie of een ingemetselde schoorsteenbuis. Er is dan sprake van een onacceptabel risico. De gezondheid van de werknemers kan ernstige schade oplopen. Daarom mogen de werkzaamheden in risicoklasse 2 of 2a alleen door een gecertificeerd bedrijf worden uitgevoerd. Gecertificeerde bedrijven hebben de beschikking over specialistische kennis, specifieke apparatuur en hulpmiddelen en vakkundig opgeleide werknemers, zodat het asbest zo veilig mogelijk kan worden verwijderd.
Bodem en grond
Voor het saneren van asbesthoudende grond gelden aparte regels. Hiervoor is een apart meldformulier beschikbaar. Bekijk meer informatie op iplo.nl.
De werkzaamheden in risicoklasse 2 of 2a worden verricht door of onder voortdurend toezicht van een persoon die in het bezit is van het certificaat Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA). Daarnaast mag een gecertificeerde Deskundig Asbest Verwijderaar (DAV) de werkzaamheden mede uitvoeren. De DTA en DAV hebben een specifieke opleiding gevolgd voor de werkzaamheden in risicoklasse 2 of 2a en worden jaarlijks meerdere keren beoordeeld op hun kennis en vaardigheden.
Om het vrijkomen van asbestvezels zo veel mogelijk te beperken, is het belangrijk de asbesthoudende toepassing zo veel mogelijk door demontage te verwijderen. Bovenop de maatregelen die gelden voor werkzaamheden in risicoklasse 1 gelden er aanvullende maatregelen voor het verwijderen van asbest in risicoklasse 2 en 2a. Vooraf moet een werkplan worden opgesteld, het werkgebied moet worden afgezet en voorzien van waarschuwingsborden en de verspreiding van asbesthoudende stof moet worden voorkomen.
Daarnaast geldt voor een binnenruimte waarin met asbest wordt gewerkt onder meer de verplichting tot afscherming van deze ruimte, waar bovendien onderdruk moet zijn gecreëerd. Verder zijn de werknemers bij werkzaamheden in risicoklasse 2 of 2a verplicht om adembeschermingsmiddelen te dragen en zijn er eisen gesteld aan ontsmetting en hygiëne. Om ongewenste verspreiding van asbest te voorkomen, moet voorafgaand aan andere werkzaamheden het asbest worden verwijderd.
Het is verplicht om werkzaamheden met asbest minimaal 2 dagen voor aanvang te melden bij de Nederlandse Arbeidsinspectie. Naar aanleiding hiervan kunnen toezichthouders op inspectiebezoek om te controleren of de werkzaamheden op een juiste wijze worden uitgevoerd. De Nederlandse Arbeidsinspectie en andere toezichthouders treden hard op tegen onveilig verwijderen van asbest. Werkzaamheden in risicoklasse 2 of 2a moeten via het Landelijk Asbestvolgsysteem worden gemeld. Dat gebeurt in de regel door het gecertificeerde bedrijf dat de werkzaamheden gaat uitvoeren.
De Nederlandse Arbeidsinspectie stuurt geen ontvangstbevestiging (pdf) meer aan de melder, bevoegde instanties en certificerende instellingen. Deze ontvangstbevestigingen blijven wel verstuurd worden vanuit het LAVS en zijn anders opgebouwd dan de berichten die door de Nederlandse Arbeidsinspectie werden verzonden. Ze bevatten dezelfde gegevens. Bekijk meer informatie op iplo.nl/lavs.
Nadat het asbest in risicoklasse 2 of 2a is verwijderd, moet de arbeidsplaats schoon worden opgeleverd, zodat deze weer voor iedereen veilig te betreden is. De onafhankelijke eindbeoordeling moet conform NEN 2990 worden uitgevoerd door een daarvoor geaccrediteerd laboratorium of inspectiebedrijf. Deze kan vaststellen of het asbest volledig is verwijderd en er geen restanten of vezels zijn achtergebleven. Is dat wel het geval, dan is een aanvullende schoonmaak noodzakelijk. Voor werkzaamheden in risicoklasse 2a geldt een strengere eindbeoordeling dan voor werkzaamheden in risicoklasse 2.