Stap 4: Borging
Zorg dat alle werknemers op de hoogte zijn van alle maatregelen en dat er ingespeeld wordt op veranderende situaties. Zorg ook dat nieuwe medewerkers en ingeleend personeel op de hoogte zijn van alle veiligheid- en gezondheidsmaatregelen. Verandert er iets in het productieproces? Controleer dan of de veiligheid- en gezondheidsmaatregelen nog voldoende zijn. Let naast interne veranderingen ook op externe veranderingen. Een stof kan door nieuwe inzichten op de lijst met gevaarlijke stoffen komen of de grenswaarden zijn aangepast. Check daarom periodiek of er veranderingen zijn en of de maatregelen nog up-to-date zijn.
Hieronder vindt u veelgestelde vragen over stap 4 van Zelfinspectie Werken met gevaarlijke stoffen. Klik op de betreffende vraag uit stap 4 en er verschijnen aanvullende vragen en antwoorden.
Borging
-
Vraag 1: De situatie rondom gevaarlijke stoffen kan veranderen in uw bedrijf. Heeft u een vaste aanpak om veranderende situaties te signaleren en veilig te maken?
-
U bent zelf verantwoordelijk voor gezond en veilig werken in uw bedrijf. Dit betekent dat u in dat geval zelf de benodigde informatie moet verzamelen. Pas dan kunt u de risico's beoordelen en de juiste maatregelen nemen bij het werken met gevaarlijke stoffen. Dus ook als u géén VIB van uw leverancier krijgt, bent u verantwoordelijk. De eenvoudigste manier om de informatie te verzamelen is om het VIB alsnog op te vragen bij uw leverancier.
-
Elk VIB moet voldoen aan de uitgebreide Bijlage II van de REACH-verordening. Het is daarom lastig om snel te controleren of de informatie in het VIB klopt. Om een eerste indruk te krijgen of het VIB in orde is, kunt u de VIB-check gebruiken. Als uit de VIB-check blijkt dat het VIB niet in orde is, kunt u de uitslag direct doorsturen aan uw leverancier met het verzoek om het VIB te verbeteren.
-
In principe moet de leverancier van het product dat verzorgen. Het is goed daarover afspraken met de leverancier te maken. Het blijft uw verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat u de meest recente VIB's in huis heeft.
-
Het kan zijn dat u een stof gebruikt waarvoor een autorisatie of een restrictieplicht is gaan gelden. De autorisatieprocedure is bedoeld om er zeker van te zijn dat zeer zorgwekkende stoffen (SVHC's) geleidelijk worden vervangen door minder gevaarlijke stoffen of technologieën als er technisch en economisch haalbare alternatieven beschikbaar komen.
Zie voor meer informatie: echa.europa.eu of stel je vraag aan de REACH en CLP-helpdesk via chemischestoffengoedgeregeld.nl.
De autorisatielijst op de website van ECHA bevat alle stoffen waarvoor u autorisatie nodig heeft. Zonder autorisatie mag u die stoffen niet produceren, gebruiken of verhandelen.
-
-
Vraag 2: Krijgen uw werknemers goede voorlichting en instructies over veilig werken met gevaarlijke stoffen?
-
Bekijk de flyer voorlichting en instructie voor meer informatie.
Voorlichting en onderricht met betrekking tot kankerverwekkende en mutagene stoffen dient jaarlijks plaats te vinden.
-
Bij het werken met gevaarlijke stoffen is het altijd belangrijk om extra voorzichtig te zijn, maar dit geldt helemaal wanneer de werkneemster zwanger wil worden, zwanger is of als zij borstvoeding geeft.
In verschillende beroepen wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen. Denk hierbij aan werken in de schoonmaak, metaal, chemie, metaalindustrie of in de agrarische sector, maar ook bij beroepen als schilder, verpleegkundige, apothekersassistente of kapster. De werkgever moet zorgen voor een veilige en gezonde werkplek en moet de veiligheid van de zwangere werkneemster en de baby garanderen.
De wet over dit onderwerp (Arbeidsomstandighedenbesluit artikelen 4.108 en 4.109) kent 3 expliciete verboden:
- Een zwangere werkneemster of een werkneemster die borstvoeding geeft, mag niet worden blootgesteld aan lood en loodverbindingen.
- Een zwangere werkneemster of een werkneemster die borstvoeding geeft mag niet worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen die de gezondheid van het ongeboren kind of de zuigeling schade kunnen toebrengen.
- Een zwangere werkneemster mag niet worden blootgesteld aan Toxoplasma (Kattenziekte) en het Rubellavirus (Rodehond), tenzij gebleken is dat zij hier immuun voor is.
Persoonlijke situatie: Bespreek het met de bedrijfsarts of een arbodeskundige. Zij zijn op de hoogte van de geldende wetgeving.
-
-
Vraag 3: Houdt uw bedrijf voldoende toezicht op de werknemers die met gevaarlijke stoffen werken?
-
Zie voor meer informatie ook de zelfinspectietool Gezond en veilig werken.
-
Het is in de praktijk niet altijd mogelijk om toezicht te houden op werknemers die alleen op locatie werken. Als werkgever bent u wel verantwoordelijk voor een veilige en gezonde werkplek voor medewerkers op eenpersoonsposten en buitenlocaties. Daarom moet u goed weten wat de risico's zijn op die locatie. En welke maatregelen en voorzieningen nodig zijn om de risico's van 'alleen werken' te beperken. Deze situaties, waarin werknemers alleen werken, moet u benoemen in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E).
Meer hierover leest u op het Arboportaal.
-
-
Vraag 4: Heeft u een noodplan voor ongevallen met gevaarlijke stoffen in uw bedrijf?
-
Een bedrijf moet voorbereid zijn op eventuele calamiteiten (ongewilde gebeurtenissen) met gevaarlijke stoffen, zoals morsen, lekkage of contact met huid of ogen.
Als een veiligheidsinformatieblad beschikbaar is voor de stof of het mengsel dan staan in de rubrieken 4, 5 en 6 vaak de noodmaatregelen en –voorzieningen genoemd. Daarnaast kunnen ook andere (organisatorische) maatregelen noodzakelijk zijn.
Je kunt daarbij aan de volgende zaken denken (niet limitatief):
- Nooddouche.
- Oogspoelvoorziening. Ieder oog moet minimaal 15 minuten gespoeld kunnen worden. Een enkele fles is dus meestal niet voldoende, maar kan wel gebruikt worden voor de eerste hulp wanneer een oogdouche (mag niet op warmwater mengkraan aangesloten zijn) niet in de directe omgeving aanwezig is.
- Verbanddoos.
- Noodkits voor specifieke stoffen (bijvoorbeeld HF-kit, cyanide-kit). Deze moeten meestal door een deskundig persoon toegepast worden, let er dus op dat afstemming heeft plaatsgevonden met de BHV en/of de dichtstbijzijnde arts.
- BHV. Zijn de BHV'ers op de hoogte van de stoffen waarmee gewerkt wordt, de risico's en de maatregelen.
- Ontruimingsplan. Dit moet regelmatig geoefend worden.
- Alarminstallatie (brandalarm en indien van toepassing gasalarm).
- Brandblussers van het juiste type of eventueel een sprinkler-installatie (NB: sprinklers leveren soms juist extra risico's op).
- Blusdekens.
- Vluchtmaskers wanneer gassen kunnen vrijkomen.
- Absorptiemateriaal om gemorste vloeistoffen op te ruimen.
-
-
Vraag 5: Krijgen uw werknemers regelmatig een arbeidsgezondheidskundig onderzoek, gericht op de risico's van gevaarlijke stoffen?
-
Ja. Als werkgever bent u verplicht om een Periodiek AGO (PAGO) aan te bieden aan uw werknemers. Het doel van het PAGO is vroegtijdig signaleren van gezondheidsschade als gevolg van risico's in het werk. De bedrijfsarts bepaalt de inhoud van het PAGO op basis van de beoordeling van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. De bedrijfsarts geeft advies over inhoud en frequentie van het PAGO. Met het 'Addendum Leidraad Preventief Medisch Onderzoek (PMO) van werkenden bij blootstelling aan gevaarlijke stoffen' kan de bedrijfsarts in samenwerking met de arbeidshygiënist invulling geven aan dit medische onderzoek.
-
Een PAGO (periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek) is uitsluitend gericht op de arbeidsgebonden risico's die zijn beschreven in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Een PMO (preventief medisch onderzoek) richt zich meer op de algemene gezondheid van de medewerkers.
Een PMO kan input geven voor het preventief gezondheidsbeleid van uw organisatie. Vaak wordt het aangeboden in het kader van duurzame inzetbaarheid. Het PAGO kan onderdeel zijn van een PMO.
-
In deze voorlichting dienen in ieder geval de volgende aandachtspunten aan de orde te komen:
- Aan welke allergenen ze kunnen worden blootgesteld.
- Hoe een allergie kan ontstaan en wat daarvan de gevolgen kunnen zijn.
- Waarom het dus belangrijk is om iedere dag op te letten dat de blootstelling zo ver mogelijk geminimaliseerd is en blijft.
- Welke beheersmaatregelen ze moeten toepassen en waarom het correct gebruiken hiervan bij sensibiliserende stoffen iedere dag belangrijk is.
- Hoe zij (vroege) symptomen kunnen herkennen bij zichzelf (inclusief een specifieke uitleg, welke symptomen dat kunnen zijn voor de relevante allergenen, zoals kortademigheid, hoesten, handeczeem).
- Waarom het heel belangrijk is om bij vroege symptomen de bedrijfsarts te bezoeken.
-
Ja, u moet altijd zorgen dat de huidige situatie beoordeeld is. Dus als er veranderingen zijn in uw bedrijf, check dan direct of de maatregelen rond gevaarlijke stoffen nog steeds voldoen. Doorloop de stappen van de zelfinspectie nog een keer, dan krijgt u vanzelf de juiste actiepunten.
Veranderingen kunnen zijn:
- U krijgt nieuwe werknemers.
- Uw bedrijf schakelt zzp'ers of uitzendkrachten in.
- U vervangt een gevaarlijke stof in het productieproces.
- U gaat een nieuw product maken.
- U introduceert nieuwe beheersmaatregelen of een nieuw productieproces.
- Het VIB van een gevaarlijke stof wordt herzien.
- De grenswaarden van een stof worden aangepast.
- Een stof komt op de lijst van CMR-stoffen.
- Een stof komt op de autorisatielijst of op de restrictielijst.
Check minimaal 1 keer per jaar de veiligheidssituatie in uw bedrijf. Check daarbij ook er ontwikkelingen zijn waardoor u kankerverwekkende, mutagene of reproductietoxische stoffen kunt vervangen door een niet-gevaarlijk of minder gevaarlijke alternatief.
-